Henri Goovaerts

Jongen met hoed en muntstuk

Jongen met hoed en muntstuk
Dating circa 1885
Material / technique olieverf op paneel
Dimensions 50 x 40 cm
Literature
Exhibitions
Provenance Carl Ruland, Vaals
Current residence Familie Ruland, Nuth
Signature r., met verf: H.RI GOOVAERTS // 12/7 8.. [laatste cijfer van het jaartal zit verscholen achter de lijst]
Headings
Remarks Het is zomer. Een jonge jongen kijkt ons stralend aan. De zon schijnt in felle witte stippen door het vlechtwerk van zijn strohoed. In zijn rechterhand houdt hij een muntstuk omhoog waarop de beeltenis van Koning Willem III is te zien. Trots laat de jongen ons het geldstuk zien. Het kan niet anders of hij is de eigenaar ervan. De visie op het kind zoals we die tegenwoordig hebben, namelijk van het kind dat kind mag zijn en dat zijn kindertijd moet kunnen benutten om te spelen en te leren, ontstaat in Nederland in de loop van de 19e eeuw. Vóór die tijd werd een kind nog beschouwd als een volwassene in het klein. In zijn artikel ‘Jong in de 19de eeuw. Het kind in de Nederlandse kunst van 1780 tot 1914’ legt Michiel Plomp uit hoe je deze verandering terug ziet in het Nederlandse 19de eeuwse kinderportet. Tot ca. 1800 zien we kinderen in de schilderkunst meestal afgebeeld in de stijve, formele kleding die de volwassenen ook droegen. Dat verandert daarna, wanneer er speciale kinderkleding ontstaat. We zien kinderen dan vaker afgebeeld zoals de jongen met de munt: in los vallende kledij, zodat ze makkelijk konden bewegen. Bij de nieuwe visie op het kind hoorde ook de opvatting dat een kind geen arbeid mocht verrichten maar naar school moest kunnen om te leren. De gegoede burgerij, die zijn kinderen kon laten portretteren, stuurde zijn kinderen ook naar school. Aan het einde van het schooljaar kregen deze kinderen vaak wat zakgeld, als beloning voor hun schoolprestaties, want ook dat pedagogisch inzicht was ontstaan in de 19de eeuw: dat je meer leert van belonen dan van straffen. Dit portret is typerend voor de nieuwe 19de eeuwse visie op het kind: het kind is beloond voor zijn schoolprestaties, speelt in de zomer buiten en is onbezorgd. Dat dit niet voor ieder kind was weggelegd vertelt ons een ander schilderij van Goovaerts uit dezelfde tijd: ‘Opkijkende straatjongen’ (1886). Wie de jongen met de munt is, is niet bekend. Wel weet de huidige eigenaar dat dit portret zo lang als hij zich kan herinneren in bezit is van de familie Ruland, nazaten van Carl Ruland, die van 1866 tot 1903 burgemeester was van Vaals (Limburg). In de jaren 1980 lieten de ouders van de huidige eigenaar hun interieur, dat zich op dat moment kenmerkte door oude kunst en antieke meubelen, geheel opnieuw inrichten door Max van Beers, een door het modernisme geïnspireerde Nederlandse interieurarchitect. De familie Ruland verwachtte niet anders dan dat Van Beers ‘het jong’, zoals de familie het portret aanduidde, als eerste de deur uit zou willen doen. Maar het liep anders: alle oude kunst en antiek moest wijken en alleen ‘het jong’ mocht blijven. Van Beers wilde dit portret als de enige verwijzing naar het verleden opnemen in het nieuwe interieur, dat gedomineerd zou worden door meubels van Le Corbusier en Eames. Van Beers liet het portret opnieuw inlijsten waarbij de gouden Rococo lijst werd vervangen door een eenvoudige houten lijst. In zijn ontwerptekeningen gaf hij heel nauwkeurig aan waar het portret moest hangen: naast een ladenkastje van Marcel Breuer. (bron: Michiel Plomp, ‘Jong in de 19e eeuw. Het kind in de Nederlandse kunst van 1780 tot 1914’ in: Arianne Baggerman, Rudolf Dekker, Michiel Plomp, Jong in de 19e eeuw. Het kind in de Nederlandse 19e-eeuwse kunst, Haarlem 2019)
Back to top